Midden-Delfland in de Romeinse tijd20 februari. 'Midden-Delfland in de Romeinse tijd en in de Middeleeuwen' bleek een bijzonder aansprekende titel. De grote zaal van de Hoornbloem liep al snel vol en stoelen moesten worden bijgeplaatst om de ca. 200 mensen een plekje te bieden. Door ziekte van Epko Bult, die de Middeleeuwen zou behandelen, werd de titel ingekort en verlengde Heleen van Londen haar presentatie met groot gemak. In het proefschrift 'Midden-Delfland: The Roman Native Landscape Past and Present' (Universiteit van Amsterdam) beschrijft archeologe Heleen van Londen haar 10-jarig onderzoek in Midden-Delfland. Met name in de Woudsepolder kon een groot archeologisch onderzoek plaatsvinden, omdat daar juist de snelweg A4 moest worden aangelegd. Van Londen toont aan dat de ontginning van Midden-Delfland niet in de negende eeuw begon, maar al in de 2e en 3e eeuw na Christus. De komst van de Romeinse keizer Hadrianus en de stichting van de stad Forum Hadriani (Voorburg) was daar waarschijnlijk aan verbonden. De verkaveling vertoonde voor het eerst rechte sloten, in tegenstelling tot daarvoor. Op wat een sleutelplek zou blijken, onderzocht zij de slotenpatronen uit die periode. Ook werden sporen van bewoning gevonden van vermoedelijk steeds drie generaties (grootouders, ouders en kinderen). Menselijke resten zijn overigens niet aangetroffen. Woudsepolder en snelweg A4Op het toekomstige tracé voor de A4 gebruikte zij een strategie om alle sloten te kunnen traceren door grondwerkmachines niet alleen rechte sleuven te laten graven (zoals meestal gebeurde), maar ook kromme sleuven die de verkleuring in de grond volgen. De kaarten die hier het gevolg van waren lieten lijnen zien die veelal niet loodrecht op elkaar stonden. Door schuine lijnen door te trekken bleken een aantal lijnen in gemeenschappelijke punten samen te komen. Gulden snede?Tijdens de pauze daagde Van Londen het publiek uit om naar een aantal kaarten van haar opgravingen te kijken en te zoeken naar bijzonderheden. Volgens Van Londen is de Gulden snede de sleutel bij de verhoudingen en hoeken van de verschillende lijnsegmenten, en de verkaveling in dit gebied. De verkaveling wijkt dus af van de gebruikelijke Centuriatio, dat strakke Romeinse blokverkaveling is. De landinrichting volgt met de gulden snede beter de kronkelige verloop van de kreken in de ondergrond. De Gulden Snede berekent een verdeling van een lijnstuk in twee delen. In de derde eeuw vóór Christus werd door de Griekse wiskundige Euclides aangegeven hoe een lijnstuk zo verdeelt moest worden om de gulden snede te verkrijgen. Deze verhouding was in de Romeinse tijd heel populair (ook in de architectuur). Volgens Van Londen gebruikten de landmeters de Gulden snede om natte en drogere delen optimaal uit te zetten (dit wellicht in verband met te innen belasting; droge gronden zijn duurder). De vanuit de centrale punten uitgezette segmenten verdelen het omliggende gebied tien segmenten van 36 graden. Door gebruik te maken van de Gulden snede driehoeken kon heel precies het gebied verdeeld worden. Een gulden snede driehoek (met hoeken 72, 72, 36 graden) kan weer verdeeld worden in nieuwe Gulden snede driehoeken: in de figuur geeft de bissectrice van hoek ABC punt D. Driehoek BCD is weer een Gulden snede driehoek! Heleen van Londen heeft haar theorie ook toegepast op een andere opgraving uit de Romeinse tijd, waar zij zelf niet bij betrokken was. Ook hier bleek de Gulden snede verdeling aanwezig te zijn. Tot besluitDeze verrassende verklaring voor de gevonden lijnenpatronen die kennelijk met de Gulden snede waren uitgezet, zorgde voor de nodige discussie na afloop van de lezing. Een gepensioneerde landmeter/geodeet in het publiek vond het zelfs ongelooflijk dat met een betrekkelijk geringe hoeveelheid meetpunten deze conclusie kon worden getrokken! De bewering staat in ieder geval. Wie gaat de uitdaging aan om deze bewering te weerleggen? LinksUitnodiging:Midden-Delfland in de Romeinse tijd en in de Middeleeuwen
|